Elke stap omhoog vermindert het lawaai. Tot alleen nog geluiden van wind, stromend water en zingende vogels resteren. Je krijgt het gevoel dat je de samenleving achter je laat, bent aangewezen op jezelf en de inhoud van je rugzak. En nog hoger, waar alleen nog rotsen, sneeuw en ijs resteren ben je nietig. Dit is de wildernis, hier heersen de elementen.
Voor mij ligt de ultieme rijkdom op de bergflanken. Daar kleuren bloemenweides roze van de adderwortel, geel van de ratelaar, paars van de orchideeën of wit van de witte boterbloem. De lucht gonst van de insecten. Helder water spuit overal de grond uit, rechtstreeks te drinken. (Patrick Jansen)