Eenvoudig voortgaan, de weg nemen
zoals die komt
met z’n vóór en z’n tegen,
je oog helder als een lamp
die je lijf verlicht.
Doen wat ter hand is.
Antwoorden geven als die er zijn.
En intussen voelen
de tik van je stok,
niet teveel omzien – een enkele keer soms,
want de weg gaat dwars door je hart – niet teveel omzien,
en niet teveel ook vooruit.