Ik wil je graag zeggen dat ons gesprek in mij stilaan een zekere rust en ordening gebracht heeft, een gevoel dat mijn vindplaatsen (van God, geheim, bron, grond, bestemming) voor mij voldoende zijn om af en toe het onnoembare te ervaren, zonder de drang om verder te zoeken of het geheim te willen doorgronden.